Als je zonder inspanning inademt, kom je vanzelf terug met een bepaalde kleur of vorm. Tijdens het uitademen vervaag je geleidelijk in de leegte – leeg, wit papier. Dat is shikantaza. Vooral je uitademing is belangrijk. Probeer in plaats van jezelf te voelen tijdens het inademen, tijdens het uitademen in de leegte te verdwijnen.
Als je dit beoefent in het laatste moment van je leven, hoef je nergens bang voor te zijn. Je mikt dan al op de leegte. Als je uitademt met dat gevoel, word je één met alles. Als je nog leeft, adem je daarna natuurlijk weer in. ‘O, ik leef nog! Gelukkig of helaas!’ Dan begin je weer uit te ademen en te verdwijnen in de leegte. …
Als je deze oefening doet, word je niet gauw boos. Als je meer geïnteresseerd bent in inademen dan in uitademen, word je erg gauw boos. Je probeert steeds te leven. … Sterven is belangrijker dan leven. Als we altijd maar proberen te leven, hebben we het moeilijk. … Als we proberen actief te zijn en bijzonder en iets te bereiken, kunnen we onszelf niet tot uitdrukking brengen. Het kleine ik komt tot uitdrukking, maar het grote zelf komt niet uit de leegte tevoorschijn.
Uit: Niets is zo, de kern van zen, Shunryu Suzuki, Ankh Hermes, Deventer, 2002.
Afbeelding: Breathe, Bridget Riley, 1966.