#poëzie

plannen

Gepubliceerdop okt 1, 2021

De maning stijgt uit diepe wezens-gronden:
‘Ga uit, zeg het geloof dat vlammend splijt
den harden rots van waanzin en van zonde
die ons van de blauwende verten scheidt.

Ja, zeg wat gij in uw hart hebt gevonden
aan zoete, lang-gepuurde zekerheid;
doe zóó mijn wil, van mij die door de monden
der menschen spreekt in die trompet, de tijd.’

Ik ga, o Stem. Als een kind aan de hand
van moeder gaat: in gewillig vertrouwen
en zonder omzien, vast in uw gena.

Ach levens-plannen die van ’t klein verstand
maar maaksels zijt… d’oneindigheden bouwen
en wij zijn de steenen… ik ga, ik ga.

Henriette Roland Holst

(meer…)

gras en bloemen

Gepubliceerdop sep 8, 2019

Alle gedachten
uitgeput
ga ik het woud in
en verzamel
de schat van de herder.
(gras en bloemen)
Zoals het beekje
een weg zoekt
door mossige geultjes,
zo word ook ik
stilletjes
helder
en transparant.

Ryōkan

(meer…)

Dromend zulk blauw

Gepubliceerdop okt 18, 2018

Als ik nog lang naar dat blauw blijf kijken,
mis ik mijn trein,
maar om zulk blauw zonder gelijke
moet het zo zijn.
Treinen kan ik nog vaak betreden,
maar deze straling zal ik misschien
in al zijn innigheid na heden
bij leven niet meer zien.

Pierre Kemp

speelgoed

Gepubliceerdop okt 18, 2018

Kind wat zit je de hele ochtend heerlijk in het stof
te spelen met een gebroken tak.
Ik lach om je spel met die kleine gebroken tak.
Ik ben druk aan het werk met mijn administratie
en doe het hele uur niets dan getallen optellen.
Misschien kijk je stilletjes en denk je:
“Wat een stom spel om je ochtend mee te bederven.”
Kind, de kunst om op te gaan in stokjes en modder-
kluiten ben ik allang vergeten.
Ik zoek kostbare speeltjes en verzamel stukken goud
en zilver.
Met wat jij vindt creëer je leuke spelletjes;
ik besteed mijn tijd èn mijn kracht aan dingen
die ik nooit kan krijgen.
In mijn wankele bootje probeer ik de zee van verlangen
over te steken, terwijl ik vergeet dat ook ik een
spel speel

Rabindranath Tagore

(meer…)

vrije wil

Gepubliceerdop mrt 11, 2018

De ontdekking

Ik geloof in de grote ontdekking.
Ik geloof in de man die de ontdekking doet.
Ik geloof in de angst van de man die de ontdekking doet.

Ik geloof in de bleekheid van zijn gezicht,
in zijn misselijkheid, het koude zweet op zijn lip.

Ik geloof in het verbranden van de aantekeningen,
in hun verbranden tot as,
in hun verbranden tot de laatste snipper toe.

Ik geloof in de verstrooiing van de getallen,
in hun verstrooiing zonder spijt.

Ik geloof in de haast van de man,
in de precisie van zijn bewegingen,
in zijn vrije, ongedwongen wil.

Ik geloof in het stukslaan van de tafelen,
in het weggieten van de vloeistoffen,
in het uitdoven van de straal.

Ik houd vol dat het zal lukken,
dat het niet te laat zal zijn,
dat alles zich zonder getuigen zal voltrekken.

Niemand zal erachter komen, ik weet het zeker,
zijn vrouw noch de muren,
zelfs de vogel niet die het zou kunnen uitzingen.

Ik geloof in de hand die zich terugtrekt,
ik geloof in de gebroken carrière,
ik geloof in de teloorgang van vele jaren werk.
Ik geloof in het geheim dat meegenomen wordt in het graf.

Ik zie deze woorden boven alle regels zweven.
Ze zoeken geen bevestiging in welke voorbeelden dan ook.
Mijn geloof is sterk en blind, en ongefundeerd.

Wisława Szymborska

(meer…)

rode zon

Gepubliceerdop feb 10, 2018

Animalische hymne

De rode zon gaat op
zonder gedachten,
voor iedereen gelijk.
We verheugen ons als kinderen over de zon.
Er komt een dag dat ons stof uiteen zal vallen,
wanneer heeft geen belang.
Nu schijnt de zon in ’t diepste van ons hart,
vult alles met gedachteloosheid,
sterk als het bos, de winter, de zee.

Edith Södergran

(meer…)

rustplaats voor de nacht

Gepubliceerdop nov 20, 2017

Die Nachtlager

Ich höre, dass in New York
An der Ecke der 26. Straße und des Broadway
Während der Wintermonate jeden Abend ein Mann steht
Und den Obdachlosen, die sich ansammeln
Durch Bitten an Vorübergehende ein Nachtlager verschafft.

Die Welt wird dadurch nicht anders
Die Beziehungen zwischen den Menschen bessern sich nicht
Das Zeitalter der Ausbeutung wird dadurch nicht verkürzt
Aber einige Männer haben ein Nachtlager
Der Wind wird von ihnen eine Nacht lang abgehalten
Der ihnen zugedachte Schnee fällt auf die Straße.

Leg das Buch nicht nieder, der du das liesest, Mensch.

Einige Menschen haben ein Nachtlager
Der Wind wird von ihnen eine Nacht lang abgehalten
Der ihnen zugedachte Schnee fällt auf die Straße
Aber die Welt wird dadurch nicht anders
Die Beziehungen zwischen den Menschen bessern sich dadurch nicht
Das Zeitalter der Ausbeutung wird dadurch nicht verkürzt.

Bertolt Brecht

Rustplaats voor de nacht

Ik hoor dat in New York
Op de hoek van de 26ste straat en Broadway
In de wintermaanden elke avond een man staat
Die de zich daar verzamelende daklozen,
Door het te vragen aan de voorbijgangers, een rustplaats voor de nacht bezorgt.

De wereld wordt daardoor niet anders.
De verhoudingen tussen de mensen verbeteren niet.
Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort.
Maar enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht. De wind wordt een nachtlang van hen afgehouden.
De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat.

Leg het boek dat u leest niet neer, mens.

Enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht. De wind wordt een nacht lang van hen afgehouden.
De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat.
Maar de wereld wordt daardoor niet anders.
De verhoudingen tussen de mensen verbeteren daardoor niet.
Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort.

vertaling: Charles Ducal

(meer…)