plannen

Gepubliceerdop okt 1, 2021

De maning stijgt uit diepe wezens-gronden:
‘Ga uit, zeg het geloof dat vlammend splijt
den harden rots van waanzin en van zonde
die ons van de blauwende verten scheidt.

Ja, zeg wat gij in uw hart hebt gevonden
aan zoete, lang-gepuurde zekerheid;
doe zóó mijn wil, van mij die door de monden
der menschen spreekt in die trompet, de tijd.’

Ik ga, o Stem. Als een kind aan de hand
van moeder gaat: in gewillig vertrouwen
en zonder omzien, vast in uw gena.

Ach levens-plannen die van ‘t klein verstand
maar maaksels zijt… d’oneindigheden bouwen
en wij zijn de steenen… ik ga, ik ga.

Henriette Roland Holst

Uit: Verzonken grenzen (Met nieuwe oogen – XVIII), Henriette Roland Holst-van der Schalk. W.L. en J. Brusse’s Uitgevers-Mij. Rotterdam, 1918.
Afbeelding:Female brick mason, Vasile Dobrian.

Marie Schmitz over ‘Verzonken grenzen’ in tijdschrift Den Gulden Winckel. Jaargang 17 (1918):
‘In de zangen van dezen bundel treft een dieper overneigen naar het goddelijk mysterie, dat is in dood en leven en in alle dingen, die van menschen zijn. In deze overneiging wendt zich de ziel met een eendere liefde en overgaaf tot dood en leven, zij omvaamt wat was en is en komt in éen breede aanschouwing, waarin de belemmerende grenzen wegvallen. Dit doet de zangen zijn van een klare rustige diepte bij hun ontroerende menschelijkheid. Zoo hebben deze verzen al de teederheid en innigheid van het uit het diepste wezen gezongene, maar tevens die kosmische wijdheid, waarin de tot zichzelf ingekeerde ziel met verhelderde oogen de eeuwige dingen aanschouwt.’  dbnl.org

# #