“Ik ben vrij! Ik klamp mij niet meer vast!
Ik ben bevrijd! –
Het grootste vastklampen
is dit soort vastklampen.
Wat denk je
van een vrijheid die nooit plaatsvindt?
Wat vind je
van een leven dat niet voorbijgaat?”
Nāgārjuna
volledig vers:
Leven
Is het leven dat wat mij drijft?
Of ze nu blijvend zijn of voorbijgaand,
drijfveren zijn niet levend zoals het leven.
Hoe ben ik levend?
Als ik niet te vinden ben
binnen deze geest of dit lichaam,
wie is er dan levend?
Als ik leefde door mij vast te klampen
aan gedachten en gevoelens,
hoe kon ik dan groeien?
Wie kan levend zijn
zonder zich vast te klampen of te groeien?
Als ik zou komen en gaan,
hoe kon ik dan bevrijd worden?
Als vastklampen gevangenschap was,
zou ik die mij vastklampt vrij zijn,
net zoals zij die zich niet vastklampen.
Hoe komt het dat ik in de val zit?
Noch gevangenen noch niet-gevangenen zijn vrij.
Als de gevangenen bevrijd werden,
zouden vrijheid en gevangenschap
tegelijkertijd bestaan.
Ik ben vrij! Ik klamp mij niet meer vast!
Ik ben bevrijd! –
Het grootste vastklampen
is dit soort vastklampen.
Wat denk je
van een vrijheid die nooit plaatsvindt?
Wat vind je
van een leven dat niet voorbijgaat?
Nāgārjuna
Verzen uit het midden bevat een integrale vertaling van de Mūlamadhyamakakārikā, een van de belangrijkste geschriften over het centrale boeddhistische begrip ‘leegte’. Deze poëtische tekst […] wordt toegeschreven aan Nāgārjuna (India, 2e eeuw na Chr.). […] Batchelor heeft de Verzen uit het midden zo vertaald dat de tijdloze inzichten van Nāgārjuna tot leven komen voor een hedendaagse lezer. In plaats van het werk te beschouwen als een uiteenzetting over de boeddhistische leer of filosofie behandelt hij de tekst als een koan uit de zentraditie.