De hoofdpersonen lopen zes rovers tegen het lijf.
‘Ik heet Oog dat eerst Geniet en dan wil Hebben,’ mijn makker hier is ‘Oor dat Hoort en Boos wordt,’ die daar heet ‘Neus die Ruikt en Begeert,’ die daar is ‘Tong die Proeft en Meer wil,’ die is ‘Geest die Bedenkt en naar zich Toetrekt’ en die, tenslotte, is ‘Lichaam dat Lijdt omdat het alles moet Verdragen.’
Uit: Aap – een klassieke Chinese Roman, Janwillem van de Wetering, Pantheon, Amsterdam, 2015.